Valfactor en Valvrijheid

Valfactor en Valvrijheid

Er zijn twee hoofdelementen die in ogenschouw genomen moeten worden bij het maken van een keuze voor de benodigde materialen:

    • De valfactor – deze geeft de verhouding aan tussen de hoogte van de val en de lengte van de lijn die beschikbaar is om de schokkracht van de val te absorberen.
    • De valvrijheid – deze geeft de (benodigde) afstand aan tussen het bevestigingspunt en de grond (of het eerste obstakel) bij een val.

Deze twee belangrijke factoren bepalen de uiteindelijke keuze van de werkmethode en benodigde materialen. Hoe hoger de valfactor, hoe groter de vrijgekomen krachten en de noodzaak deze te absorberen. De valvrijheid is variabel en altijd afhankelijk van de valfactor, de praktijksituatie, en het type valstopapparaat dat wordt gebruikt.

Valfactor 0

De ideale situatie, het gebruik van een automatisch valstopapparaat bij valfactor 0. Omdat een automatisch valstopapparaat in bijna alle gevallen direct automatisch blokkeert bij een val, verzekert het gebruik hiervan in deze situatie (bij bevestiging op het hoogste punt boven het hoofd) de laagste valvrijheid.

 

Valfactor 2

Gebruik van een vanglijn van 2 meter met geïntegreerde valdemper bij valfactor 2. Dit is de situatie waarbij de benodigde valvrijheid het grootst is. Er wordt dan ook aanbevolen om deze situatie te vermijden.

valfactor 2

Slingereffect of Pendulewerking

Naast de valfactor en de valvrijheid is het noodzakelijk om in sommige situaties rekening te houden met  het slingereffect of de pendulewerking. Zoals het voorbeeld laat zien, is de valvrijheid aanzienlijk, ook bij  gebruikmaking van een automatisch valstopapparaat met valfactor 0, als de gebruiker zich niet juist  positioneert ten opzichte van het bevestigingspunt. De berekening  van de valvrijheid dient niet alleen  rekening te houden met de valfactor maar eveneens met de mogelijke  afstand en bewegingsvrijheid van  de gebruiker ten opzichte van het bevestigingspunt.

slingereffect